Wie had een paar weken geleden kunnen bedenken dat Moria niet meer zou bestaan? De plek waarvan ik hoopte dat deze op een dag gesloten zou worden, is niet meer…! Het lijkt me overbodig jullie te vertellen dat hier de afgelopen weken een humanitaire ramp heeft plaatsgevonden. De brand van Moria was in Nederland groots in het nieuws en velen van jullie hebben mij de afgelopen weken berichtjes en bemoedigingen gestuurd. Maar nu het stof weer wat is neergedwarreld blijft het werk hier meer dan ooit nodig. In dit bericht wil ik jullie een update geven hoe de laatste weken eruit hebben gezien en hoe dit voor mij geweest is.
Op de ochtend van 9 september werd ik vroeg wakker van mijn telefoon die roodgloeiend stond van de berichtjes. Die avond ervoor had ik van mijn collega te horen gekregen dat ons coronaprotocol opgeschaald was naar “code rood”, nadat was gebleken dat het coronavirus door het hele kamp verspreid bleek te zijn. Precies een week ervoor was de eerste coronabesmetting vastgesteld en nadat er rond de 2.000 tests waren uitgevoerd bleek nu dat overal in het kamp het virus aanwezig was. In de avond van 8 september hadden we al gehoord dat er wat onrust in het kamp was, mensen weigerden in quarantaine te gaan en volgden de instructies van de dokters niet op. Er was besloten dat mijn collega en ik woensdagochtend 9 september met zijn tweeën wat vroeger dan normaal richting het kamp zouden gaan om te bepalen of het voor de vrijwilligers veilig zou zijn om te gaan werken.

Woensdagochtend om half 7 kreeg ik een berichtje van dezelfde collega dat ik zo snel mogelijk naar haar toe moest komen. Via verschillende kanalen had ik al gehoord en gezien dat de brand in Moria immens moest zijn geweest. Binnen 5 minuten zat ik in de auto en ontmoette ik haar vlakbij haar huis in ons dorp. Het eerste wat ze tegen me zei was: “Debora, ik denk dat dit het einde is van Moria.” Terwijl ze dat zei vloog er een helikopter over ons heen om een paar meter verderop water uit de zee te halen om boven Moria kamp te lozen. “Alles is weg, ons kantoor, het kamp, de Section, niets is meer over. Toen ik vanmorgen de politie belde om te vragen of we mochten komen was zijn antwoord ‘No way, het is veel te gevaarlijk.’ Debora, het is afgelopen.” Dat waren haar woorden. Het drong amper tot me door wat ze nu precies vertelde, maar toen we een stukje doorliepen en we op de parkeerplaats mensen tegenkwamen die daar de nacht hadden doorgebracht, en ik daar een paar vrouwen herkende die in de Section woonden, kwam de realiteit langzaam toch binnen. In de verte zagen we het dal rondom Moria gevuld met grote rookwolken. De politie was overal op straat en ontheemde vluchtelingen liepen rond. Nog altijd bleef de helikopter heen en weer vliegen met water uit de zee…
Wat later die dag reed ik samen met een andere collega richting het gedeelte waar de meeste mensen op straat bivakkeerden. De politie had op de hoofdweg naar Mytilini 2 grote politiebussen haaks op de weg gezet om de mensen tegen te houden en daarvoor lagen en zaten overal mensen. Bij de politiebussen stopte ik de auto en zodra ik uitstapte hoorde ik op verschillende plekken om mij heen, vrouwen uit de Section mijn naam roepen. “Debora, Debora, heb je water? Heb je melk voor mijn pasgeboren baby? Heb je een deken voor mijn zoontje? Heb je eten? Debora, waar moeten we heen? Waar moeten we vannacht slapen? Wat gaat er nu met ons gebeuren?” Allemaal vragen waar ik geen antwoord op had en, zoals de dagen erna zou blijken, ook geen makkelijk antwoord op te vinden was. Duizenden mensen waren die nacht alles verloren, en het gedeelte was die nacht nog niet was afgebrand werd diezelfde avond ook in brand gestoken, wat ervoor zorgde dat daadwerkelijk iedereen die in Moria woonde ontheemd was.

In de dagen die volgden probeerden we te focussen op de meest belangrijke noden: eten, drinken, dekens en babyspullen. Het grootste probleem was echter de chaos. Duizenden mensen lagen op straat en hadden allemaal honger en dorst. Het distribueren van eten en spullen kon alleen plaatsvinden als er een goed systeem opgezet kon worden, want anders zou het resulteren in opstand en gevechten. Na verschillende mislukte pogingen lukte het na een paar dagen eindelijk om, samen met tientallen andere organisaties, een voedseldistributie op te zetten. Ook had een andere organisatie een manier gevonden om dekens en babyspullen uit te delen, ’s morgens vroeg om 4 uur gingen onze vrijwilligers met hen op pad om, terwijl iedereen nog in slaap was, de spullen bij de gezinnen neer te leggen. Deze samenwerkingen met andere organisaties is gelijk een van de bijzonder mooie dingen die de brand ons heeft gebracht. Eerder deed iedere organisatie nog wel eens naast elkaar zijn eigen ding, maar nu zagen we dat iedere organisatie zijn eigen kracht heeft en dat we mét elkaar ontzettend grote dingen kunnen bereiken.
Terwijl wij ons best deden om in de noden van de mensen op straat te voorzien, werd er ondertussen in Europa en Griekeland een groot politiek spel gespeeld. Rond de 9.000 mensen lagen op straat en de brand van Moria kan wat mij betreft gezien worden als een rechtstreeks gevolg van de onmenselijke situatie in het kamp. De brand werd, begrijpelijkerwijs, door veel organisaties aangegrepen om ervoor te vechten dat al deze mensen naar het vasteland en naar andere Europese landen zouden moeten worden overgeplaatst. Iets waar ik het aan de ene kant helemaal mee eens ben, het moet een keer afgelopen zijn met het lijden van deze mensen. Maar aan de andere kant schuurt het ook, want zou dat niet super oneerlijk zijn voor alle mensen die net in de weken voor de brand Moria moesten verlaten en nu in Athene op straat wonen…?
Op de achtergrond van dit politieke decor werden er honderden Griekse militairen in een gebied vlakbij ons dorp gebracht om daar een nieuw kamp te bouwen. Een super omstreden kamp, want wordt dit Moria 2.0? Daarnaast heeft de Griekse overheid het er al maanden over dat ze gesloten kampen willen bouwen, dus een soort gevangenissen waar de vluchtelingen in worden opgesloten. Wordt dit kamp zo’n gevangenis? Het waren, en zijn nog steeds, ingewikkelde dilemma’s waar ik veel met mijn huisgenootje over heb gesproken. Want als dit Moria 2.0 wordt en hier mensen in worden opgesloten, dan wil ik daar eigenlijk niet aan meewerken…!

Het waren vragen waar ik op dat moment geen antwoord op wist, maar wat ik wel wist was dat mijn collega mijn hulp in dit nieuwe kamp nodig had. Op zaterdagochtend werd ik door haar gebeld en ze wilde dat ik naar het kamp zou komen om haar te helpen met het huisvesten van de eerste vluchtelingen die van de straat kwamen. Eerst moest ik snel een kaart van het gebied maken, we maakten ons computersysteem klaar voor registraties in dit kamp en we moesten bepalen wie waar geplaatst zou worden. Een bizarre verantwoordelijkheid, maar tijd om daarover na te denken hadden we amper, de eerste mensen kwamen het kamp al binnen. De ene na de andere vrouw die ik kende vanuit de Section in Moria, kwam naar onze tent om een plekje in het kamp te krijgen. Steeds als ik weer iemand zag die ik kende had ik moeite om mijn tranen weg te slikken. Voor de vrouwen was het nog veel emotioneler. Zij hadden al dagenlang op straat geslapen in onzekerheid en angst, soms een baby van maar een paar weken oud. Ik was ontzettend blij ze weer te zien en ze een plekje in dit kamp te geven, maar aan de andere kant voelde het ook niet goed. De voorzieningen in het kamp waren totaal nog niet klaar, letterlijk het enige wat we ze konden bieden was een tent. Er waren alleen nog maar chemische toiletten, maar geen douche, geen stromend water, geen elektriciteit en daarbovenop wist ook niemand wat het uiteindelijke plan met dit kamp zou zijn. Zou de poort voor hen op een dag weer opengaan zodat ze het kamp uit zouden kunnen, of werd dit een gevangenis?
De onzekerheid bleef klagen, maar tegelijkertijd was de hulp in het kamp zo hard nodig! Het was iedere dag weer een ingewikkeld dilemma. Wel zagen we gelukkig iedere dag verbeteringen in het kamp. Elektriciteit werd aangelegd, er werden geulen gegraven voor de sanitaire voorzieningen en langzaamaan kwam er meer structuur in de chaos. Binnen een aantal dagen zijn alle mensen van de straat in het nieuwe kamp gehuisvest. Twee dagen waren met name erg zwaar, toen er per dag zo’n 3.000 mensen binnenkwamen. Het waren lange, moeilijke en vermoeiende dagen.
Het is momenteel alweer bijna een maand geleden dat Moria afbrandde. Langzaamaan beginnen dingen weer wat normaler te worden. Waar ik de eerste weken volop bezig was met de eerste crisisrespons, kan ik nu gelukkig weer wat meer focussen op de dingen die ik leuk vind om te doen: werken met de extra kwetsbare vluchtelingen. Ik werk op dit moment met een team vrijwilligers om de noden van de meest kwetsbaren in het kamp in kaart te brengen en deze mensen door te verwijzen naar de Grieken en de UNHCR. We hebben in samenwerking met een andere NGO al voor veel mensen een verschil kunnen maken en dat is erg bemoedigend om te zien.
Ik weet dat veel van jullie zich ook afvragen: “Hoe houdt ze het toch vol in deze stressvolle tijd?!” en laat ik maar eerlijk zijn, die vraag stel ik mezelf ook steeds. Ik weet dat er maar 1 antwoord op deze vraag is, en dat is dat ik dit alleen kan doen met Gods hulp. Tijdens deze heftige periode kreeg ik een ontzettend fijn nieuw huisgenootje en woonden er ook 2 erg goede vriendinnen van mij naast me. God heeft precies de juiste timing gehad door deze mensen juist in deze periode om me heen te plaatsen. Met hen heb ik in deze periode alles kunnen delen, we hebben samen kunnen lachen, maar vooral ook samen kunnen huilen. Ik weet ook dat er ontzettend veel voor mij en de andere vrijwilligers hier gebeden worden en ik wil jullie vragen dat ook te blijven doen. Juist nu de situatie hier niet meer zo in het nieuws is, blijft gebed ontzettend nodig!
Hoe de toekomst eruitziet weet niemand. Er worden gelukkig iedere week al wel mensen vanuit het kamp naar het vasteland gebracht en iedere dag zijn er weer verbeteringen in het kamp. De toekomst blijft onzeker, maar zo lang ik weet dat ik met mijn aanwezigheid hier een verschil kan maken voor de mensen hier, blijf ik. In mijn vorige blog hebben jullie kunnen lezen dat ik me voor weer een jaar wil inzetten en dat is nu niet anders. Zolang de nood er is, wil ik er voor deze mensen zijn en hen Gods liefde laten zien.
Wilt u naast meebidden ook op een andere manier helpen? Kijk op de website van Christian Refugee Relief, onze Nederlandse partner en doneer, help met een inzameling of kom meehelpen met een groepsreis! Wilt u rechtstreeks een donatie doen voor mijn werk, dan kan dat onder het kopje “Doneer“
Voor meer foto’s over het werk dat we doen, volg EuroRelief op Facebook en Instagram!